In dit wel zeer beknopte woordenboek zijn componisten en uitvoerenden niet opgenomen, en evenmin de thans gebruikte instrumenten; wel echter vele oude en volksinstrumenten (hobo niet, pommer wel, blokfluit niet). Heel veel keuzes zijn uiteraard willekeurig en dus aanvechtbaar, maar het belangrijkste staat er toch meestal wel in. De omschrijvingen zijn kort, maar helder van taal. Vooral opmerkelijk is het feit dat ook jazz en lichte muziek veel aandacht krijgen. Een aanhangsel geeft bovendien een overzicht van de meest voorkomende accoordsymbolen in jazz en lichte muziek. De auteur stelt zelf terecht dat zijn boek niet meer dan een allereerste informatie kan en wil geven: wie meer wil weten moet elders verder zoeken. Met deze beperkte bedoeling is zijn boek zeker bruikbaar voor een breed publiek dat net iets meer wil weten over muzikale aangelegenheden. De druk is helder en overzichtelijk, evenals de notenvoorbeelden.
(Biblion recensie, Hans Wagemans.)
